F R I E S C H D A G B L A D K U N S T
Confrontatie tussen jeugd en dood


In Workum komt een eeuwenoud
thema aan de orde: de schoonheid van de
vergankelijkheid. Jeugdigheid staat hier tegen het
'gedenk te sterven' en afgedankte materialen krijgen een
nieuw leven. Door S. van E

Dit thema werd aangedragen door kunstschilder Jaap Snijder.
Ada Stel nodigde hem uit om met zijn werk naar haar galerie
in Workum te komen. Zelf was ze net bezig om met afgedankte materialen een nieuwe vorm van schoonheid te creëren. De foto's van Rieta Mulder, die op het eerste gezicht niet zo bij het thema lijken te passen, voegden onverwacht een nieuwe dimensie toe, omdat zij het volstrekte tegendeel heeft gefotografeerd van wat Jaap Snijder heeft geschilderd. Er is dan ook sprake van een confrontatie tussen het werk van Snijder en Mulder.

Schilders van stillevens zijn er nog altijd, maar eigenlijk heeft niemand
zich zo gespecialiseerd in het vanitasstilleven zoals Jaap Snijder. De reden daarvan is volgens hem dat het een onverkoopbaar genre is, althans niet voor het grote publiek. Snijder heeft een opleiding gehad als grafisch ontwerper, maar halverwege de jaren negentig trok de schilderkunst zijn aandacht. Met name raakt hij geboeid
door de oude Hollandse stillevenschilders. Hij verdiepte zich in de techniek van de oude meesters en bestudeerde de symboliek in de schilderijen.

Hij is wat schilderen betreft autodidact. Het vak heeft hij geleerd door 'veel te doen met passie'. Vooral de schilderijen waarop de vergankelijkheid van het leven werd afgebeeld, heeft hem beïnvloed.
De diepgang die deze schilderijen hebben, sprak hem aan omdat Snijder
niet louter een stillevenschilder wilde worden die bewonderd werd vanwege zijn techniek. Zijn schilderijen zijn te beschouwen als een moderne variant van de zeventiende-eeuwse vanitasschilderijen.
Als voorbeelden noemt hij Pieter Claesz en Jan Davidsz. De
Heem. We zouden daar ook Adriaan Coorte aan toe kunnen voegen. Hoewel een schilderij als Kom met garnalen erg aan Coorte doet denken, heeft Snijder toch minder affiniteit met hem. Hij
houdt meer van schilders die vanuit een iconologische gedachte hun onderwerp benaderden, zoals een De Heem. Toch neemt Snijder niet te veel een voorbeeld aan deze schilders omdat hij zijn eigen weg probeert te vinden.

Actuele moraal
Sommige mensen vinden het macaber om geconfronteerd te worden met de eigen sterfelijkheid en zouden een dergelijk werk niet graag in de huiskamer willen hebben. Snijder vindt dat mensen verder moeten kijken dan louter de onderwerpen. Zijn klantenkring bestaat uit medici en juristen, twee beroepsgroepen die kennelijk geboeid zijn door het verhaal achter de voorstelling. Alles wat Snijder schildert, heeft hij gevonden in de natuur. Dat heeft een eigen verhaal waar hij door middel van een compositie weer zijn eigen verhaal van kan maken. Compositie en techniek
zijn voor hem bijzaak. Soms hebben de schilderijen een moralistische inslag, de andere keer is er een fascinatie voor het onderwerp, maar meestal boeit hem de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan.
De knikker is bij Snijder symbool van de mens als zeepbel waarmee de
kwetsbaarheid werd gesymboliseerd. Snijder denkt dat voor de crisis geld en status erg belangrijk waren voor mensen. Juist nu is het goed zich te realiseren dat een leven kwetsbaar is. In die zin hebben zijn schilderijen nog altijd een actuele moraal. Van het schilderen van mensenschedels
is het maar een kleine stap naar het portret. Dat genre beoefent Snijder
sinds vorig jaar. Maar ook in zijn portretten is het memento mori niet ver
weg. Vandaar dat bijna alle geportretteerden naar boven kijken.

Onschuld
Van een totaal andere fascinatie getuigen de foto's van Rieta Mulder. Zij portretteerde jonge meisjes in al hun onschuld en speelsheid. Hun puurheid en maagdelijkheid wordt nog eens onderstreept door het vele wit in haar foto's: het witte ondergoed, de witte kleren, de witte sluiers en dat alles tegen een witte achtergrond, soms in hoog contrast. Het is deze ontluiking van het leven dat in al zijn lichtheid en jeugdige schoonheid is weergeven dat in schril contrast staat met de boodschap van memento
mori op de vaak duistere schilderijen van Snijder. Maar zij portretteerde
ook een oude vrouw, wier gerimpelde gelaat ook een zekere schoonheid heeft. Ook Mulder weet natuurlijk dat de jeugd van korte duur is. De vergankelijkheid komt ook tot uitdrukking in het medium waarvoor ze heeft gekozen, de fotografie. Dat is slechts in staat om een vluchtig moment vast te leggen, een moment dat nooit weer zal plaatsvinden. Ada Stel heeft een nieuwe vorm van creativiteit ontdekt en wel het assembleren
van afgedankte sier- en gebruiksvoorwerpen tot een nieuw geheel. Het
gaat om voorwerpen van porselein of aardewerk zoals kopjes, vaasjes en dierfiguurtjes die ze in kringloopwinkels heeft verzameld. De voorwerpen heeft ze gesorteerd op vorm en kleur en daaruit heeft ze haar composities samengesteld. Dat doet ze door de voorwerpen, meestal van groot naar klein, te stapelen tot lange objecten en daarna vast te lijmen. Vaak zijn de objecten weer versierd met kleine ornamenten die zezelf heeft vervaardigd. De aldus ontstane objecten kunnen soms opnieuw dienst
doen als vaas of kandelaar. De voorwerpen hebben in zoverre met het thema vergankelijkheid te maken dat de oorspronkelijke onderdelen weggeworpen zijn en geen dienst meer deden. In een andere gedaante beginnen ze toch weer een nieuw leven...

Weergaven: 25

HNKF heeft nu een besloten groep op Linkedin. Meld je aan!

© 2024   Gemaakt door hnkf.   Verzorgd door

Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden